“Pelgrimeren is wandelen met je ziel, kijken met je innerlijk oog, luisteren met je hart, en zo het geheim van het leven op het spoor komen.” (Jeroen Gooskens)
Ben ik wel een pelgrim?
“Weet je, ik zou graag een keer naar Santiago lopen of naar Rome fietsen. Maar pelgrim? Ik vind het zo’n groot en beladen woord. En het klinkt ook zo kerkelijk. Ik voel me eigenlijk helemaal geen pelgrim.”
Nou, je bent niet de enige. Sterker nog, bijna niemand vertrekt als pelgrim. Maar veel mensen komen wel als pelgrim aan. Onderweg gebeurt er iets met je. Dat gaat meestal heel geleidelijk.
De zalige rust die langzaam over je heen komt. Dan ben je klaar voor het ‘ont-moeten’. Geen taken meer in je hoofd, geen dingen waar je aan moet denken, je hoeft helemaal niets meer. Het enige wat je nog doet, is verder trekken.
Waarheen? Nergens heen, gewoon de pijlen achterna.
Hoever? Ik zie wel. In alle vrijheid je eigen keuzes maken. Als je er eenmaal gerust op bent dat je overal kunt eten, drinken en slapen, dat er overal mensen zijn die voor je zorgen, maak je je nergens meer druk om.
Elke dag beweging. Dat doet wonderen met je lijf. Er begint endorfine door je aderen te stromen. En je voelt je euforisch, bijna als een verliefde puber.
De trots die je voelt als de elementen je uitdagen, maar jij wint. Dagen met regen, storm en modder, of juist stof en een zinderende hitte, kunnen bijzonder zwaar zijn. Net als een uitputtende bergetappe. Maar het is heerlijk om te ontdekken dat je kennelijk krachten blijkt te bezitten, die je nooit bij jezelf vermoed hebt.
De mooie dingen onderweg, bijna elke dag opnieuw: de landschappen, de natuur, eeuwenoude gebouwen, prachtige kunstwerken. Het is er allemaal voor jou, jij mag ervan genieten. En je zult zien dat je dat ook meer en meer gaat doen. Je zintuigen schakelen over op maximum ontvangst, je ziet alles, hoort alles, ruikt alles. Ook de kleinste beestjes, de kleinste bloemetjes, details in verweerde beelden. Het maakt allemaal steeds diepere indruk. De tocht wordt een grandioze belevenis.
Een mooi gedicht in de ene herberg, een inspirerende tekst in een andere. Kleine dagelijkse porties die je geest prikkelen en verruimen. Maar vooral: de sfeer onderweg. De ontmoetingen met al die andere mensen op dezelfde weg. Goed volk, dat ook nog eens zijn beste beentje voor zet. Mensen zijn zó vriendelijk tegen elkaar, zó behulpzaam, zo open ook. Het zijn allemaal vreemden, vaak uit verre landen. En toch voel je je deel van ‘una grande familia’. De Camino naar Santiago is dé ontmoetingsplek van de wereld. Uit bijna alle landen zijn er mensen onderweg, er is nauwelijks een gebeuren denkbaar dat zo’n internationaal karakter heeft en dat zozeer iets is van alle generaties. Veel mensen denken bij pelgrimeren aan pensionado’s. Maar er zijn veel meer jongeren van onder de 30 onderweg dan mensen van boven de 60. Zeker in de zomermaanden bruist de Camino van de jeugd. Ook op de andere pelgrimsroutes, naar bijvoorbeeld Assisi en Rome, tref je deze sfeer, ook daar kom je mensen uit alle uithoeken van de wereld tegen. Alleen niet in zulke indrukwekkende (of misschien overweldigende) aantallen.
Bijna automatisch neem je afstand van de eisen die deze wereld aan je stelt. Zalig! En vaak heel verhelderend.
De ervaring dat je heel gelukkig kunt zijn met heel weinig bezit (alles wat je hebt, past in je rugzak of in je fietstas). En de eenvoudige voorzieningen in de herbergen deren je ook al helemaal niet. Je blijkt helemaal geen drie, vier of vijf sterren nodig te hebben. Een halve kan ook.
De stille plekjes, de kapelletjes, de kleine kloosters. Misschien loop je er voorbij, maar misschien geniet je ook intens van de reflectie waartoe zulke plekken je bijna automatisch uitnodigen.
Het spirituele fruit dat overal voor het oprapen ligt. De gelegenheid en de rust om eens diep in je eigen binnenste te kijken: wie is die mens eigenlijk wiens schaduw ik achterna loop? Wat vind ik belangrijk in het leven, en blijkt dat ook ergens uit? Besteed ik mijn tijd ook dienovereenkomstig?
Op een gegeven moment ontdek je dat jouw tocht helemaal niet naar Santiago of Rome gaat, maar naar je eigen innerlijk. Dan ben je een pelgrim geworden. Het beste cadeau dat je jezelf kunt geven.
Het antwoord op de vraag
naar de mooiste plek is niet moeilijk.
Die plek ligt diep in de pelgrim,
in zijn binnenste binnen.
Daar maakt het innerlijk oog
de weg tot een wonder.
Daar luistert het hart
naar de geheimen van de stilte.
Daar komt de pelgrim
de verborgen bron op het spoor.
(Jeroen Gooskens)
Pilgrim, how you journey
On the road you chose
To find out why the winds die
And where the stories go.
All days come from one day
That much you must know,
You cannot change what’s over
But only where you go
One way leads to diamonds,
One way leads to gold,
Another leads you only
To everything you’re told.
In your heart you wonder
Which of these is true,
The road that leads to nowhere,
The road that leads to you.
Will you find the answer
In all you say and do?
Will you find the answer
In you?
Each heart is a pilgrim,
Each one wants to know
The reason why the winds die
And where the stories go.
Pilgrim, in your journey
You may travel far,
For pilgrim it’s a long way
To find out who you are