► Voorzieningen

De Pelgrimsherberg is gevestigd in een typische langgevelboerderij. In Brabant zeggen ze: Aachterum is’t kermis. Daarmee bedoelen ze dat de voordeur alleen bedoeld is voor de dokter en de pastoor. Iedereen komt gewoon door de achterdeur binnen.

De herberg heeft een grote tuin die helemaal door bomen omgeven is. De rest van de wereld wordt aan het oog onttrokken. Twee terrassen bieden de gelegenheid om buiten te rusten.

Voor pelgrims is er een grote eet- en zitkamer beschikbaar. Aan de herberg is ook een stiltekamer gebouwd. Daar mag u ook gebruik van maken.

Foto impressie van de pelgrimsherberg

Als u ’s avonds mee wilt eten, dan kan dat als u dat van tevoren even aangeeft. Het ontbijt is sowieso inbegrepen. Een lunchpakket is ook mogelijk.

De Pelgrimsherberg beschikt over eenvoudige maar nette één- en tweepersoons kamers op de bovenverdieping. Douches en toiletten bevinden zich op de gang. Alle kamers hebben wel een wastafel. Voor de gasten zijn lakens, dekens, kussens, handdoeken en een washandje beschikbaar. Het gebruik van een eigen slaapzak wordt op prijs gesteld. Gasten kunnen niet zelf koken en kunnen niet zelf gebruik maken van wasmachine en wasdroger. Indien nodig en in overleg doet het gastpaar de was voor u.

Eén van de bijgebouwen op het terrein doet dienst als afsluitbare fietsenstalling.

De diverse vertrekken kunnen ook gebruikt worden voor vergaderingen of bijeenkomsten voor organisaties die aan het pelgrimswezen gelieerd zijn.

Meer over de tuin.

Rond een groot grasveld ligt een belevingstuin met een rand in de vorm van een S, doelend op Santiago.

In de voortuin staat een kunstwerk van mozaïek om aan te geven dat deze hoeve een pelgrimshuis is. Aan de achterzijde loop je als bezoeker recht op een borstbeeld af. Dat is van Stephanus Modestus Glorieux. Het is geschonken door de eigenaar van deze hoeve, de Congregatie Broeders van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, bij gelegenheid van de oprichting van de Stichting Pelgrimshoeve Kafarnaüm op 2 september 2015. Glorieux was de stichter van deze orde.

In de voortuin geeft een wegwijzer de richtingen en afstanden aan van verschillende pelgrimsroutes in dagen. Daarnaast staat het beeld “De Pelgrimmer”. Het is gemaakt door oud-bestuurslid Jack Wilting. De ‘Pelgrimmer’ (in dialect), dat bent uzelf. Zowel een man als een vrouw kan zich er in herkennen. Voor de “afstand” naar Santiago moet u wel een blokje om. Onder andere langs de vrouw van Jack. Het is haar geboortedatum.

In het grasveld is een labyrint aangelegd.

Een labyrint is geen doolhof. Wat wel?

In tegenstelling tot een doolhof kent een labyrint geen doodlopende zijtakken, laat staan een wirwar daarvan. Een labyrint geeft maar één pad aan, naar het midden. In een doolhof raak je de weg kwijt, in een labyrint vind je je weg! Vanzelf. En náár jezelf. Want het middelpunt staat symbool voor jouw meest innerlijke ik.

De cirkel is vanouds een symbool van heling en heelheid. Het labyrint wijst een weg door die cirkel heen, een innerlijke weg. De spiraal is een symbool van de verbinding tussen de menselijke en de spirituele of goddelijke wereld. Niet voor niets is er in diverse middeleeuwse kathedralen zo’n labyrint in de vloertegels uitgebeeld, zoals bijvoorbeeld in Chartres.

Tegenwoordig zien veel mensen de baan door een labyrint als een metafoor voor hun levensweg, net als een pelgrimspad dus. In het echte leven kent ons pad immers ook de nodige wendingen, verwacht en onverwacht. En ook in het echte leven denken we soms al vlakbij het doel te zijn. Maar dan komt er een tegenslag en ineens raken we er ver vandaan, verliezen het soms zelfs uit het oog.

Maar de vorm van het labyrint geeft je wel vertrouwen dat je je kern, je bestemming, ook echt kunt bereiken. Mits je in beweging blijft.